Grote advocatenkantoren in Nederland hebben met een schuin oog naar Wall Street gekeken, waar de ‘quant’ al jaren een vaste onderdeel is van teams bij zakenbanken. Dat moeten wij ook hebben!
De opkomst van flitshandel en computergestuurd beleggen vroeg bij zakenbanken om een nieuw soort expertise, waar ‘eenvoudige’ economen en MBA-studenten niet de juiste vaardigheden voor hadden: de mathematische analyse van flitsbewegingen op de beurs en het maken van slimme handelsalgoritmen vereiste de inzet van gepromoveerden in de wis- en natuurkunde.
Grote advocatenfirma’s op de Amsterdamse Zuidas pleiten voor een vergelijkbare aanpak in de advocatuur, zo schrijft het Financieele Dagblad woensdag. Want voor bepaalde juridische conflicten wordt inhoudelijke kennis steeds belangrijker, als je zaken voor de rechter moet uitvechten. Daar kunnen eenvoudige rechtenstudenten niet mee uit de voeten.
Natuurkundige inzetten als advocaat
Het idee is dat niet-juristen – de grote advocatenfirma’s denken aan economen, natuurkundigen en sociologen – de mogelijkheid krijgen om de beroepsopleiding voor jonge advocaten te doen. Die is vooralsnog voorbehouden aan afgestudeerden in de studie rechten.
Firma’s als De Brauw zien het als een obstakel dat ze nu alleen toppers uit andere disciplines kunnen aantrekken als advocaat, als deze professionals ook een rechtenstudie hebben gevolgd.
Via een zogenoemd 'bar exam' zouden ook niet-juristen de sprong naar de advocatuur moeten kunnen maken. Over de precieze manier waarop dit ingevuld moet worden, zijn de topkantoren nog aan het filosoferen.
Bestuursvoorzitter Brechje van der Velden van Allen & Overy pleit voor stevige juridische basiskennis, bijvoorbeeld via een masterstudie Nederlands recht. Bestuurder Eelco Meerdink van De Brauw denkt eerder aan een éénjarig schakelprogramma om zijinstromers voor te bereiden op het 'bar exam'.